dinsdag 4 mei 2010

Hannie

Jannetje Johanna Schaft

In de voorbije vijfhonderd jaar heeft Haarlem twee keer zwaar geleden onder een vijandelijke bezetting. In de zestiende eeuw veroverden de Spanjaarden de stad en tussen mei 1940 en mei 1945 heerste de Duitse bezetter.

Aan die tragische perioden zijn de namen verbonden van twee vrouwen die zich tegen de vijand verzetten:
Kenau Simons en Hannie Schaft. Sinds 3 mei 1982 zijn deze namen in Haarlem op symbolische wijze met elkaar verbonden. Toen onthulde prinses Juliana het standbeeld van Hannie Schaft. Het staat in het Kenaupark.


In 1998 riepen de lezers van het Haarlems Dagblad Hannie Schaft uit tot de op één na belangrijkste Haarlemmer van de twintigste eeuw. Slechts Godfried Bomans moest ze voor zich dulden. Ze was inmiddels uitgegroeid tot hét symbool van het verzet tegen de Duitse bezetters. Op 27 november 1945 werd haar lichaam vanuit de Bavo naar de Erebegraafplaats in Bloemendaal gebracht.

Het publiek was massaal toegestroomd. Koningin Wilhelmina, prinses Juliana, prins Bernhard, premier Schermerhorn en een aantal ministers begeleidden de baar.

Op haar graf rust een plaquette met daarop de tekst 'Zij diende'. Zo publiek als haar begrafenis was, zo gruwelijk eenzaam was haar dood. Hannie Schaft stierf door kogels afgevuurd door de verrader Maarten Kuiper.

In Haarlem vond Hannie aansluiting bij de Raad van Verzet (RVV). De RVV bestond uit communisten en andere linksgeoriënteerde activisten en hield zich bezig met een groot aantal verschillende verzetsactiviteiten. Daarbij behoorden de verspreiding van illegale kranten, het begeleiden van onderduikers naar onderduikadressen, overvallen plegen om die onderduikers te voorzien van voedsel en geld, aanslagen plegen op installaties van de vijand en het executeren van Nederlandse verraders en Duitsers. Hannie nam aan al die acties deel.

Tezamen met haar RVV-strijdmakker Jan Bonekamp, met wie ze een innige band had, pleegde ze verschillende aanslagen. Jan en Hannie executeerden op 21 juni 1944 de Zaanse politiekapitein en verrader Willem M. Ragut. Bonekamp raakte bij die aanslag dodelijk gewond maar kon nog voor zijn dood door de Duitsers verhoord worden. Hannie was volledig van de kaart en raakte in een diepe depressie.

Nadat Hannie weer een beetje was bijgekomen stortte ze zich weer met hart en ziel in het verzetswerk. In de RVV werkte ze nu meestal samen met de zusters Truus en Freddie Oversteegen. Vrouwen speelden in het gewapend verzet meestal een bescheiden rol, dus is het opmerkelijk dat in de Haarlemse RVV drie vrouwen met het pistool in de hand actief waren. Ze executeerden bijvoorbeeld de NSB-politieagent Zirkzee en pleegden een mislukte aanslag op Ko Langendijk, een NSB-er uit Velsen. Bij dergelijke acties waren vaak getuigen. Hannies signalement, vooral haar opvallende rode haar, raakte bekend. Ze vermomde zich door haar haren zwart te verven en een brilletje met vensterglas op te zetten.

Waarom nam een jonge vrouw als Hannie deel aan levensgevaarlijke verzetsactiviteiten? Eigenlijk weten we daar niet zoveel van. Er liepen in Nederland wel meer vrouwen (en mannen) rond met een sterk sociaal rechtvaardigheidsgevoel en met compassie voor de joden. De meeste van hen hebben in de jaren 40-45 maar weinig bijgedragen aan het verzet. Ook strijdmakker Truus Oversteegen zegt in haar boek dat ze niet wist wat er in Hannie omging. Voor haar verzetsdaden heeft deze uiteindelijk, drie weken voor de bevrijding, de ultieme prijs betaald.

Dat ook vrouwen tijdens de Tweede Wereldoorlog deelnamen aan het gewapende verzet hadden de Duitsers aanvankelijk niet verwacht. Vrouwen hielden zich in hun denkbeelden alleen met de verzorging van hun echtgenoten en kinderen bezig. Pas in de laatste jaren van de oorlog drong tot hen door dat in een aantal kinderwagens behalve baby's ook wapens werden vervoerd en dat jonge schoolmeisjes met vele illegale krantjes konden rondfietsen.


Het was vooral het koerierswerk dat vrouwen in verzetsgroepen verrichtten. Andere activiteiten als sabotage, overvallen en liquidaties van Duitsers of verraders namen mannen meestal voor hun rekening, op uitzonderingen na, waaronder 'het meisje met het rode haar', Hannie Schaft.

Hannie en de zusters Oversteegen namen deel aan het opblazen van een trein en een stuk spoorlijn tussen IJmuiden en Haarlem. Langs die spoorlijn vervoerden de Duitsers gestolen machines van de Hoogovens. Het 'gewone' werk ging inmiddels door. Bij zo'n gewone klus, het wegbrengen van een stapeltje verzetskranten, werd Hannie op 21 maart 1945 bij een routinecontrole op de Jan Gijzenkade gearresteerd.

Hannie had haar pistool bij zich. Toen dat werd ontdekt, realiseerden de Duitsers zich dat ze met een belangrijke verzetsstrijdster te maken hadden. Ze werd overgebracht naar het hoofdkwartier van de Sicherheitspolizei in Amsterdam. Een moedige poging van Truus Oversteegen om haar te redden, kwam te laat. Hannie was op 17 april in de duinen bij Bloemendaal doodgeschoten.




In haar boek over de oorlog, Toen niet, nu niet, nooit (1982) verhaalt Truus Menger over een aantal van die gezamenlijke acties. Een daarvan was de liquidatie van 'foute' Ko Langendijk. Achterop de fiets bij Truus had Hannie deze man neergeschoten.
Dit gebeurde vlakbij Het Krelagehuis aan de Leidsevaart.



Het Krelagehuis

Het oude Krelagehuis werd in 1928 gesticht op het voormalige terrein van de machinefabriek Figee. Het gebouw was in eigendom van de Algemene Vereniging van Bloemenbollencultuur, die het tot 1970 in gebruik had.

In 1972 fietste ik als 20 jarige in de vroege ochtenduren van de kroeg naar huis en was ik getuige van de brand die het Krelagehuis verwoestte.


Op de plek waar destijds het Krelagehuis stond, bevindt zich nu Garage Brinkmann.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten