donderdag 22 juli 2010

Spices


Specerijen zijn plantendelen die aromatisch smaken of ruiken of scherpe smaak hebben. Ze kunnen aan voedsel worden toegevoegd als smaak- en geurmiddel. Bij matig gebruik helpen ze de eetlust en de spijsvertering te stimuleren.
Specerijen zijn bijvoorbeeld: foelie, geelwortel, gemberwortel, kaneel, kappertjes, kardemom, kruidnagel, laurierblad, mosterdzaad, nootmuskaat, paprikapoeder, peper, piment, saffraan en vanille. Maar ook anijs, karwij, komijn en venkel.
Specerijen zijn voornamelijk afkomstig uit landen met een tropisch en subtropisch klimaat.

De eerste beschrijvingen van kruiden en specerijen stammen uit de tijden van het Oude Egypte. De 100.000 arbeiders die ongeveer 2600-2100 v. Chr. werkten aan de bouw van de piramides kregen uien en knoflook te eten om hun krachten op peil te houden.

Naast het gebruik als voedingsmiddel, speelden kruiden en specerijen ook een belangrijke rol bij het mummificeren van de lichamen van de farao’s. Het geloof in de terugkeer van de geest in het lichaam zorgde ervoor dat de oude Egyptenaren er alles aan deden om het lichaam van een overledene zoveel mogelijk intact te houden. Hiervoor werd onder andere de buikholte gereinigd en gespoeld met specerijen. Men gebruikte daarvoor komijn, anijs, majoraan, nootmuskaat en kaneel.

Van meerdere volkeren uit deze periode is het gebruik van kruiden en specerijen bekend als medicijn, wierook en parfum. De oude Grieken staan bijvoorbeeld bekend om het maken van een krans van laurierbladeren voor de winnaar van de Olympische spelen.

Het gebruik van kruiden en specerijen staat beschreven in verschillende vertellingen in de Bijbel. Zo gaf de Koningin van Sheba tijdens haar bezoek aan Koning Salamo zeer kostbare geschenken waaronder goud en edelstenen, maar ook kruiden en specerijen. Koning Salamo is na het ontvangen van degelijke geschenken betrokken geraakt bij de handel in kruiden en specerijen, waardoor hij een zeer rijk man geworden is.

Naast het Christendom is ook de Islam verbonden met de specerijenhandel. Mohammed, de profeet van de Islam, trouwde met een rijke weduwe van een specerijenkoopman. Het verhandelen van specerijen ging vergezeld met het verkondigen van het geloof.

Gedurende het millennium voor de geboorte van Christus hadden de Arabieren een monopoliepositie wat betreft de handel in kruiden en specerijen. Dit was gebaseerd op de zeggenschap die ze hadden over de transporten van specerijen van Oost naar West. Het vervoer vond in eerste instantie plaats via ezelkaravanen. Ongeveer 1000 jaar voor Christus werd de ezel vervangen door de dromedaris. Dit 1-bultige dier, dat weinig eisen stelde wat betreft voedsel en drinken, kon een last van 200 kg aan en met een gangetje van 3 km per uur legde het dier circa 35 km per dag af.

Marco Polo is een naam uit het verleden die zeker noemenswaardig is, wanneer we het hebben over specerijen. Marco Polo was de zoon van een juwelierskoopman en werd geboren in 1256. Binnen zijn familie was het Verre Oosten zeer geliefd. Dit blijkt wel uit de vele rondreizen die Marco Polo gedurende een periode van 24 jaar deed door China, India en Azië. Tijdens een zeeslag werd hij gevangen genomen. In de gevangenis heeft hij het boek: “De avonturen van Marco Polo” geschreven. Hierin heeft hij op poëtische wijze zijn ervaringen en bevindingen uiteen gezet. Dit boek heeft velen aangezet tot het verder ontdekken van de specerijenwereld. Enerzijds door de vele aanwijzingen voor vindplaatsen, maar anderzijds doordat hij diverse sterke verhalen van de Arabieren ontkrachtte.



Nederland begon in de 16e eeuw een belangrijke rol te spelen in de kruiden- en specerijenhandel. De route naar Azië werd uitgestippeld onder leiding van Jan Huygen van Linschoten. Hij had jarenlang gewerkt voor de Portugezen en kon door zijn ervaringen precies in kaart brengen hoe men moest varen.

Na een aantal voorgangers vond In 1602 de oprichting van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie plaats onder leiding van Johan van Oldenbarneveldt. Bij veel mensen staat de VOC bekend om zijn rampreizen. Dit is een misverstand, aangezien het merendeel van de schepen ongedeerd naar de thuishaven is teruggekeerd. Dit blijkt al uit alle producten waar we zelfs vandaag de dag nog veelvuldig gebruik van maken. Diverse specerijen, textiel, koffie, thee en suiker zijn uit onze cultuur niet meer weg te denken.

De voornaamste handelscentra voor specerijen zijn tegenwoordig Rotterdam, Hamburg, Singapore en Bombay. Hoewel de handel zelf veelal via email, fax en telefoon plaatsvindt, is er voor de daadwerkelijke levering van specerijen niet eens zoveel veranderd in de loop der tijd. Nog steeds worden specerijen verpakt in grote jute balen en worden ze per schip naar de plaats van bestemming vervoerd.

Tegenwoordig vinden we het bijna vanzelfsprekend dat diverse soorten kruiden en specerijen voorverpakt verkrijgbaar zijn in iedere supermarkt. Mensen die zich de tijd van voor de Tweede Wereldoorlog nog kunnen herinneren weten dat vroeger onder andere alle kruiden en specerijen persoonlijk door de kruidenier voor iedere klant werden afgewogen. Hier is de naam ‘kruidenier’ aan ontleend.

Het is bijna niet voor te stellen dat een pond gember ooit de waarde van een schip had en een zak peper ooit een mensenleven waard was. Kruiden en specerijen zijn op het moment relatief betaalbaar, zeker gezien de kleine hoeveelheid die we nodig hebben om een gerecht op smaak te brengen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten